Jaren geleden kocht ik het boek Naar Eva’s beeld. Een cultuurhistorisch boek over de positie van vrouwen door de eeuwen heen. Veel wijzer werd ik er niet van. In die dagen zal ik ook Autobiografie van God hebben gekocht, voor een piek uit de bieb. Een oersaaie kaft, maar een prachtig geschreven innerlijke dialoog van God als ik-figuur in proza. Die zich verscheurd afvraagt wat zijn mensen aanrichten. Waarom het paradijs naar de klote gaat. In hoeverre hij invloed heeft op de werelden die hij heeft gecreëerd. Het boek beviel me, omdat de Italiaanse auteur het aandurfde in de huid van iemand te kruipen, met wie wij ons nooit kunnen identificeren, laat staan hem in de ogen kijken. Vandaag volgde ik via vriendin C. in Vlissingen een workshop Familieopstellingen, waarbij ons uitdrukkelijk werd gevraagd om wèl zulke mythische personages te verbeelden. Namens Mineke Minderhoud en Marga Haas kregen we het oerverhaal van geweten, zonde en straf: de appel, de slang, de boom des levens, enzovoort. Ik kreeg de uitnodiging om Eva te representeren. Vreemd genoeg betreed je dan – ook als ongelovige – een veld van energieën waarin je meegaat en bewegingen maakt die precies verwoorden wat bij het moment past. Eerst verschool ik me achter de rug van Adam. Maar de verleiding van de open ruimte was te groot en ik had zoveel zin in verandering, beweging, nieuw leven te ontvangen, en: zin in het risico van dynamiek. Wat voelde ik me uitdagend, tussen de krachten van die enorme Bomen; spelend, flirtend. Tja, de vrucht… De machteloze ogen van Adam. Daarna de stem van God, die me deed terugdeinzen, onder de indruk, terug naar Adam. Schaamte. Geweten. Klinkt dit allemaal wazig en maf?
Mooi zo, want na de pauze werd het nog wonderlijker, toen we het drama van Kaïn en Abel bekeken. Au. Schuld, onschuld, ootmoed, offers brengen die soms niet gezien worden, je verstoten voelen uit familie, alleen staan, meedogenloos of mededogen, stikjaloers, plus nog een wolkje incestueuze verwarring tussen moeder en zoon.
Dit alles is wat het is. Je hoeft het niet te duiden of te analyseren. En daarna stap je allemaal vrolijk terug in het moderne leven: je drinkt een kop koffie en rijdt weer naar de stad, langs velden vol paardebloemen en dansende kieviten, maar ook doodgereden meeuwen en biddende roofvogels. Het paradijs is overal.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok