Commentaar van een vriend op mijn taartenfolder: kleurrijk en geinig, maar totaal niet zakelijk. Hij moppert: “Hoe moet ik weten hoe groot de taarten zijn? Waar kan ik bestellen? Hoe google ik je bedrijf? Wat zijn de bezorgkosten!”
Ik kijk hem diep teleurgesteld aan. Al snel belanden we in een onzinnige discussie over targets, dus ik roep uit: “Lieverd, ik wíl niet eens een bedrijf.”
Stilte. Hier hadden we niet op gerekend. Toch is het waar. Ik ben jaren zzp’er geweest, en er kwam weinig romantiek aan te pas. Laat mij maar dromen over een taartjeswinkel of heel anders: over een literair oeuvre à la Astrid Lindgren – ik gedij op variatie, wil van het een naar het ander, ik heb niks met dingen die in een marketingplan moeten. Weet je hoeveel taarten ik bak voordat de zaak rendabel is: minstens 50 per week! Het fijne van mijn taartenfolder zonder toko is… dat in deze bakkerij soms wekenlang geen koekje wordt gemaakt. Geen zin, haal zelf maar wat.
Omdat ik liever uit wandelen ga met mijn dode hond. Ik loop nog steeds zijn favoriete routes, en echt: alle honden die ik passeer houden halt, met hun snuit naar de hemel. Hun baasjes lopen door; ze herkennen je niet meer zodra het plaatje is gewijzigd.
Of wacht, misschien bezoek ik tijdens mijn sluitingstijden weer eens een parfumhuis, want ik spaar zeepjes, en niet om bellen te blazen. Ik bewaar ze in een grote schaal. Verzamelen is nutteloos, maar dit geluk stapelt zich op. En zeep is van zichzelf een daverende illusie. Je voelt je zo zoet, maar het product smelt onder je handen, en de lekkere geur blijft slechts seconden. Maar meisjesgeluk is volhardend en gaat jaren mee: in de herinnering. Welke geuren uit kinderzomers bewaar je nog steeds?
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
De palmolive zeep van papa, de geur die inderdaad na 3 seconde van de handen vervliegt, maar fijn is het wel
Mijn moeder had en heeft ook overal in huis zeepjes liggen, en niet alleen maar op de planken in de kledingkast. Zelf vond en vind ik ze ook altijd fascinerend, met name als het papier er nog om heen zat. Het heeft iets van een belofte van een mooie wereld. Door het papier heen kun je het zeepje ruiken, zonder te weten of het rond of hoekig, geel, groen of roze is. Zo’n zeepje is dan eigenlijk de geur van een mooie vrouw. Mooi ingepakt, lekker geurtje, en de rest behoort toe aan de fantasie. 😉
Het zeepje dat ik ooit van mijn ex gekregen had toen we nog niet getrouwd waren. Dat lag bij mij in het nachtkastje en telkens ik er aan rook kwamen de herinneringen over die avond toen hij mij dat gegeven had. En toen kon ik weer verder met ons 2. Spijtig dat het zeepje op de duur figuurlijk uitgewerkt was. De geur kon me niet meer gebonden houden aan die man.
In mijn ouderlijk huis hing een parapluutje in de kerstboom. Het rook naar snoepjes – denk ik – Ht gaf mij een intens blij gevoel. Ik praat over de begin jaren 60. Snap nog steeds niet waarom. Wellicht had het met kerst te maken? Ergens begin jaren 70 kwamen we als gezin in Frankrijk. Daar, in het toiletgebouw – schoon 🙂 – was daar plotseling weer die lucht. Beng! Daarna nooit meer geroken tot 2011 in Mexico met ons eigen gezin. In de zwoele warmte van een Mexicaans toiletgebouw. Ook schoon 😀 Geluk is de lucht van een kerstboomparapluutje …. op een plek waar je ‘alles’ los kunt laten. Omdat die plek daar voor gemaakt is … Om ruimte te maken voor iets nieuws.
Wat zou ik jullie huis graag volhangen met die parapluutjes.