Verdriet is een zee waar je eindeloos in kunt vissen. Ik dook er de mooiste verhalen op; de octopus zonder armen, vis met gebroken vinnen, een gevangen dansbeer, verdronken schippers, verdwaalde zeesterren, uitgewoonde schelpen, ingestorte mosselbanken, zoete tranen, verdraaid wier, meerminnen, roeibootjes, en als ik geduld had liet Poseidon zich soms zien. Dat is het met verdriet; je vindt er altijd iets nieuws in en je bent nooit klaar. Het doet me beseffen dat ik bezig ben aan dat ene leven, nu of nooit.
Maar schrijven over geluk, dat is anders. Zo vrolijk als ik me voel, wat moet ik zeggen? De mensen geloven het toch niet. En als ze het geloven, zullen ze eraan pulken tot het tegendeel bewezen is. En als ik dan nog altijd grijns, zullen ze weglopen – Geluk is gevaarlijk. Hier in mijn huis is het gemakkelijk. Ik knip een slinger, bak weer een taart, zing een lied, brand een kaarsje, ik teken en kleur, en vroeg in de avond val ik om van de slaap. Buiten is nog steeds de mist, een deken die de pijn bedekt, als een kind in een wieg. En eh… Hoe is het verder in de schuldsanering? Prima. Dat zeg ik tegen jou en u en tegen hem en haar. Mensen willen dat horen, dus ik geef hun het eenvoudige verhaal, opgeduikeld tussen blaasjeswier. We zijn gezond en op de been en mijn kinderen – en ik! – studeren zich te pletter. We doen het prima, met een paar tientjes per week. “Zie je wel,” knikken de mensen opgelucht, “zie je wel dat je het redt.” Natuurlijk red ik het; dat leerde ik als kind vroeger tussen mijn beesten: kop dicht, en doorgaan. En ik weet dat mensen makkelijker storten op giro 555 dan voor hun naaste in actie komen. Maar goed, laat ik niet te sarcastisch worden, want we redden het ècht. Geld is slechts een concept zoals die zee vol verhalen; ik spring er vol in, het is stromend en vloeibaar en beweeglijk, we kunnen alle kanten op. Nog steeds zijn er dingen heel goedkoop, of gratis: het Leerhuis Spiritualiteit bijvoorbeeld. Deze week schuif ik daar weer aan bij de cursus over ons hedendaagse Godsbeeld. Vorige week leerden we van priester Leo dat mensen God zoeken, maar niet meer in de kerk. Inderdaad: ik zoek geen christelijk geloof van spruitjes en suddervlees, maar ik word gelukkig van vormen van gemeenschapszin; samen bomen kappen, met velen een maaltijd knutselen, of een avond samenkomen om elkaars gedachten te horen, zien, en zwijgen.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Mooi Marinet. Dank je wel.