Fijne gesprekken lopen spaak, ze knarsen en schrijnen, en veroorzaken soms een ongemakkelijke stilte. Joepie. Blos. Help. Hou op. Hey. Ja. In goede gesprekken liegen we de waarheid, omzeilen de werkelijkheid, doorkruisen het hart en bespelen het gemoed. Dit klinkt ernstig, maar het is juist fijn. Een goed gesprek vergt moed. Het haalt je uit je comfort zone en opent nieuwe deuren. Soms.
Ik heb dit deels ontdekt, terwijl ik onderweg was van toen en daar, naar hier en nu. Ben nog steeds onderweg trouwens. Journalisten, filosofen, en psychologen zoeken het gesprek als inspirator, leermiddel, geestverruimer, zielehulp – enzovoort. In het boek-spel Mag ik je wat vragen van filosofe Stine Jensen zitten kaartjes met vragen èn filosofische uitspraken die wij stervelingen kunnen gebruiken bij het voeren van zulke gesprekken. Stelregels: vermijd de waarom-vraag. Waarom? Omdat het een oordeel uitlokt. We willen geen oordeel, we zijn volwassenen en willen vrijheid. Waarom doe je dat? Waarom zeg je dit? Waarom koos je daarvoor? Daarom. Omdat ik er zin in had. Omdat ik zo ben. Gebruik liever de hoe-vraag. Hoe ben je tot deze keuze gekomen? Hoe pak je het aan? Hoe kwam je op dat idee? Hoe ziet je leven er over vijf jaar uit? Hoe vind je het om…
Vandaag heb ik het spel uitgeprobeerd met vriendin J., na onze wandeling door bos en weiland. We deden ons te goed aan chips en dipsaus en legden de vragen op tafel:
Wanneer was je voor het laatst gelukkig?
Hoe wil je graag gezien worden?
Wanneer heb je voor het laatst gehuild?
Wat beschouw je als je belangrijkste goede daad?
Welke kunst raakt je het meest?
Waarin verschil jij van anderen?
De soep werd koud. De zon ging onder. De buren luisterden af. De mussen in de dakgoot vrijden elkaar op. Het konijn rekte zich uit in de ren. De doof-blinde kat sliep de uren omver. Mijn hond slobberde de borden leeg. Hemelvaartsdag trok voorbij. En wij stelden de laatste vraag: weet je nu wie ik ben?
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok