Prentenboek uit 1960, vertaald door Annie M.G.Schmidt

We zijn een tweepersoons leesclub gestart. We lezen hetzelfde boek – soms jeugdliteratuur – en bespreken het daarna, waarbij we elkaar moeilijke vragen stellen. Afgelopen weken passeerde op die manier Meisje met de parel. Maar ook Het wonderbaarlijke voorval met de hond in de nacht, geschreven vanuit het perspectief van een jongen met autisme.
En toen sprong Arnon Grunberg opeens uit mijn kast. Wat waren we onder de indruk van zijn speech bij de Dodenherdenking. Die toespraak hield Grunberg – saillant detail – op de plek waar deze zondag opeens wél 5000 mensen mochten samenscholen van burgemeester Femke Halsema. Omdat ze oordeelde dat het grondrecht om te protesteren zwaarder woog dan de gezondheidsregels rond corona. Een flink gebrek aan bestuurskracht, als je het mij vraagt. (En dan ben ik weer trots op onze eigen Aboutaleb.) Maar goed. Grunberg hield zijn toespraak op 4 mei voor een intens lege zaal, vanwege de coronamaatregelen. Indrukwekkender kon haast niet, vooral toen hij zijn kalme Nee enkele keren liet klinken. Ik heb de essays van Grunberg al jaren op een ereplaats in mijn kast: geweldige, vileine, mentale gymnastiek.
Zijn roman Fantoompijn tikte Johnny in een dag weg. Hij genoot er hoorbaar van, met luid gegrinnik. Maar hij vond ook dat er een intens zieke relatie in werd beschreven – en zijn blik rustte langer dan gewoonlijk op mij. Eh ja, wrijf het maar in, ik was lang geleden ook met een schrijver, en ja, ik zou je aanraden vooral een persoon met een ander beroep te kiezen. Het was een bizarre tijd, maar hey, ik deed mee en lieve hemel ben ik er even geweldig uit gekomen. Zullen we dat verhaal maar laten rusten?
Totdat ik natuurlijk ook dieper ging graven, in mijn leesgeschiedenis. Sinds ik me herinner, waren boeken overal. Mijn vader kocht de beste, nieuwste jeugdboeken, mijn moeder las ons voor; ze kon geweldig enge stemmen opzetten. Ik ken geen betere Eucalypta dan mijn moeder. En Oehoeboehoe kon ze ook vreselijk goed nadoen. Ja, het voorleesuur was hét toneel-uur. Een verhaal waar ik doodsbang van was, heette We gaan naar het oerwoud. Toen ik het terugvond – dankjewel Google – bleek het een vertaling door Annie M.G. Schmidt. Een antiquariaat had één exemplaar. Net zo beduimeld als het onze destijds: de rug stukgelezen, de pagina’s half aan flarden. Zo hoort het met kinderboeken: vol met koekkruimels, limonadevlekken en snot.
Nu ik het teruglees, begrijp ik mijn vrees. Een paar kinderen tekenden een wereld, om hun verveling te verdrijven. Maar ze maakten foutjes in hun tekenwerk, waardoor wilde dieren en enge mannetjes tot leven kwamen en hen wilden pakken. Het enige wat hielp was: een fikse regenbui bedenken en alle tekeningen wegspoelen. Prachtige vondsten van verteller Leif Krantz. Ik was doodsbang van de Kalamangers!
Grappig detail: in de voorkaft van het boek heeft de antiquair een briefje geplakt met leescategorie black interest. Tja, zo zou je dit verhaal kunnen labelen – een staaltje raciale hokjesgeest. Nou, dan bijt deze blog zich ook in de staart. Want stikt het in Amerika momenteel niet van de Kalamangers, en poe-poe, zijn ze niet heel erg boos en op jacht? Pas maar op, ze komen eraan en eten je op. En Trump is het toetje.

Weg van Kalamangers

Berichtnavigatie


3 gedachten over “Weg van Kalamangers

  1. Haha, ik denk tijdens het lezen van je blog aan ‘Kuifje in Congo’, later omgedoopt in ‘Kuifje in Afrika.’ Vol met stereotyperingen. Tijdens het lezen van Grunberg moest ik ook denken aan mijn opdracht Nederlands voor HAVO5, een eeuwigheid geleden. Vijf boeken van een Nederlandse schrijver. Ik koos voor Hubert Lampo. Een Vlaming, maar dat werd goedgekeurd. Ik startte met ‘De komst van Joachim Stiller’ en ik was helemaal verkocht. Zijn magisch-realisme legde voor mij de basis voor mijn interesse in Freud en Jung. Een opmaat voor mijn latere werken in de psychiatrie en nu als begeleidingskundige. Ik no-time las ik acht boeken van Lampo. Dat voor een jongen die de voorkeur gaf aan strips… En nu lijk ik weer gegrepen te worden door het leesvirus. Geïnfecteerd door jou Marinet. Besmet worden met literatuur is ver uit te verkiezen boven Covid 19…

  2. Mooi om zo’n commentaar te lezen op de invloed en wering van de inhoud van dit boek.
    Ik was als kind van ongeveer 8jaar oud gebiologeerd door dit boek ben het exemplaar jaren kwijt geweest, maar bij een zoek toch naar heel wat anders heb ik mijn gehavende exemplaar terug gevonden en ga het zeker voor lezen aan de klein kinderen.
    Bedankt voor je aansprekend commentaar op dit boek was voor mij zeer herkenbaar.
    p.s. wil graag nog een “heel” exemplaar” proberen te vinden

    1. Hi,
      Dank voor je bericht. Leuk dat je me dit laat weten. Mooi om te lezen dat het boek bij jou ook zo’n indruk maakte.

      Hopelijk vind je via een antiquariaat nog een gaaf exemplaar!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *