Een vriendin zei: ‘Kijk vanavond naar de film Die Unerzogenen: De onopgevoeden. Precies jouw achtergrond.’ Ja. Precies de reden dat ik juist niet wilde kijken. Toch nam ik de film op. Een verstandig, slim meisje wordt volledig aan haar lot overgelaten door haar hippie-ouders die zich verdiepen in deals, drugs en partnerruil, en door de dagen heenzwerven, van uur tot uur. Ik kon de film bijna niet aanzien, zo herkenbaar waren sommige scènes; het meisje betrapt haar ouders met diverse andere partners, in ingewikkelde standjes. De moeder kruipt bij dochter in bed, de vader vecht met het meisje, dan weer knuffelen ze haar dood, vervolgens bralt de vader kritiek over het meisje; dat ze een nietsnut is en haar leven vergooit… – kortom, één grote emotionele wildernis. Ik zou er boeken over kunnen schrijven – en wie weet gebeurt dat ooit nog… En toch, het gekke is; kinderen wilden vroeger altijd bij ons spelen, want in deze wildernis kon en mocht zogenaamd alles, en dat heeft op de korte termijn beslist voordelen voor spelende kinderen. En de halve stad Gorinchem, waar ik ben opgegroeid, kende ons gezin, en had weleens in de tuin aan de wijn gezeten. Interessante gesprekken, lange zomeravonden, gierende vrouwenlachjes, bulderende mannenstemmen, geile kerels, diepzinnig doende zwervers, uitgeteerde junkmeisjes – iedereen bleef hangen in die zomertuin. En ik. Ik fantaseerde dat ik wegliep. Dat mijn ouders dood waren. Dat ik in een ander gezin opgroeide, in een ander land. Nou. Daar ben ik na talloze levens nu dan toch gearriveerd. En ik moet zeggen: veel is mij nog onbekend: uw taal, uw gewoonten, uw normen en waarden, uw moraal en uw ethiek, en de manier waarop u hier relaties aangaat. Maar ik heb de tijd, en al doende leer ik, en de beste les is elke dag: wat is dit leven fijn. Ver voorbij de wildernis.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok