Is dit een kersentaartje dat mee mag naar vrienden? Of moet het iets meer gepimpt worden? Zoals het er nu bij staat… is dat smakeloos? Van die vragen dus. Die groeien mee met het rijzende beslag en het rustende deeg. Koelen, voorverwarmen, bestuiven, uitrollen. De wereld van de taart is fascinerend. Persoonlijk vind ik dit taartje een van de beste tot nu toe. Andere taarten  vind je trouwens op mijn blog Andere taart. Voorlopig hou ik het een gescheiden van het ander.
Wat maakt dit taartje voor mij nu zo aandoenlijk en geslaagd. Hoe het in de springvorm zit; gekrompen, nederig, enigszins lullig en kaal. Is dat niet wat ons allemaal te wachten staat: kwetsbaarheid. De zandbodem is niet mooi bruin maar ziet pips. De kersenvulling is ‘ingedroogd’ door het bakken. Langs de rand van de bakvorm zie je meelresten. Ik hou van deze imperfectie; alles wat niet straalt, niet blinkt, niet schittert. En nooit een prijs wint. Zo vergaat het immers de meeste van ons. We winnen niets, we verliezen alles van de tijd, de ouderdom, en de dood.
Dit bescheten, kale taartje herinnert me ook aan het geklooi met bakvormen en handmixers uit mijn kindertijd. Koekjes bakken in een kille keuken, waarin slechts de oven warmte verspreidde onder beijsde ramen. Heksensoep, die ik bij elkaar roerde van bloemstengels uit de tuin, vermengd met kastanjeblad en vlierbloesem en een enkele salamander uit de vijver. Niemand wilde proeven. En van dit taartje?

verliezen van de tijd

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *