Maar eerst een proefrit, want ik wil het voelen. Het is een koekblik waar je met opgevouwen knieën in zit. De kofferbak kleppert bij elke drempel. De ruitenwissers beginnen soms spontaan te wissen. En als de motor voor de derde keer uitvalt op een rotonde fluistert hij: “Schat, wat je ook van me denkt, ik breng je veilig thuis.” Bij het woord ‘veilig’ zet ik me onmiddellijk schrap, maar oké, ik luister.
Hij zegt: “Kalm nou met die koppeling en geef nu eens rustig gas, ik ben je ouwe stationbak niet. Shit, ik meen het, langzaam loslaten en graag even bijsturen – anders schep je die fietser. Goed. Now. Play me some music, baby.”
Waar zit dat kreng dan.
“Recht voor je neus.”
Uit de radio kraakt dit yellow-mellow-roze-meisje-liedje. Ik rijd vol gas door rood en denk: mmm, dit is ‘mmm.