Ik heb iets te vieren: precies twee jaar geleden liet de rechter-commissaris me toe tot de wettelijke schuldsanering. Vlak voor de voorjaarsvakantie, net als nu, en na afloop van de zitting kreeg ik loeiende koppijn. Daarom meldde ik me ziek – de spanning was iets te veel – en voor het eerst in mijn loopbaan hoorde ik van een leidinggevende: “Ik accepteer deze melding niet, je neemt maar een paracetamolletje.”
Echt, ik maak vreemde dingen mee, dat is het noodlot dat aan mijn rokken bungelt, dus ik bespaar u de details van het gesprek. In ieder geval bleef ik ziek thuis.
Voor wie nog te maken krijgt met een saneringstraject – een gewaarschuwd mens telt voor twee – verwacht niet àl te veel sympathie in ruil voor je eerlijkheid. Het woord schuldsanering doet bij mensen alarmbellen rinkelen, waarna mentale scenario’s in werking kunnen treden die je op de drempel naar de uitgang zetten. Maar.
Ik heb hellup! geroepen in elke donkere steeg en keihard teruggeknokt. Bam! Insinuaties van mensen moeten weerleggen, totdat ik besloot dat het welletjes was. Fronsende blikken van kennissen: ik had vast een gat in mijn hand. Nee hoor – eerder een gat in mijn hart – maar nooit van mijn leven openstaande rekeningen. Wel door de nodige pech en een dosis naïviteit in de penarie beland.
En dan? Dan schaam je je dood, en ben je radeloos, en zo volgen nog wat denkstappen, tot je elke uitgestoken hand op je pad aangrijpt; lieve mensen schoten te hulp. Onbekende sympathisanten lieten een gebaar achter in de brievenbus. De een stuurde een kerstboom, de ander een koffer vol jongenskleding voor mijn pubers. Ik kreeg brieven, kaarten, tickets naar een spirituele reis, omhelzingen, adviezen, wijze raad, proviand om te koken, boeken, een steuntje voor mijn studie, een nieuwe accu voor mijn bejaarde autootje, maar bovenal kwamen er hartverwarmende vriendschappen. Deze drie jaar lijken steeds meer De Ongelofelijke Reis, met soms een hard gelag (u weet wel, dat noodlot aan mijn rokken). Elke reactie begrijp ik inmiddels – vriendelijk of afwijzend – want wie zit er nou graag in het zinkende bootje van een ander. En proberen we niet allemaal slechts ons eigen lullige hachje te redden.
Maar. Het is eind februari 2015, en over minder dan een jaar ben ik vrij. Ik kan het amper geloven, dus hang ik nieuwe slingers op. En op mijn smartphone zit een aftel-app. Die herinnert me eraan dat ik hier slechts sta, doordat ik uit oude gewoontes stapte. Probeer het maar eens: doe de dingen precies tegenovergesteld aan je vroegere benadering (zo goed pakte dat niet uit, wel?) en maybe… someone will swim the seas for to ease your pain…
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok