Ik zocht naar schaamte in het grote boek van Michel de Montaigne. Bijna 1500 pagina’s met essays, uit de periode 1580, met bespiegelingen over vriendschap, moed, heldhaftigheid, de dood – een soort blogs avant la lettre.
Nu ik uitzie naar een leven voorbij de schuldsanering, overvalt de gêne me. Aan de andere kant: schaamte bracht me in deze benarde situatie, schaamte dreef me de andere kant op, schaamte plakte me tegen de muur, als een insect: hier hoor jij thuis. Check: De gedaanteverwisseling van Kafka. In mijn puberjaren las ik, wellicht wat jong, De schaamte voorbij, van mevrouw Meulenbelt. Prettige vrouwenliteratuur in een tijd die bol stond van vrouwen- en mannenissues. Gisteren zag ik Heleen van Royen met haar fotoboek op tv. Ik kreeg plaatsvervangende schaamte toen foto’s van haar met klodders sperma werden besproken. “Ik vind sperma zo mooi,” zei ze. “Dit wil ik met mensen delen, ik wil alles delen.”
Ja, dat doen we. Iedereen met een profiel op Facebook zit in de fuik. Eerste levensbehoefte: Zie Mij.
Nog meer schaamte bekroop mij toen ik met een student zat te praten, na de les. Voor de gein begon zij mij te googlen. Google representeert onze onbedwingbare lust om héél erg in andermans leven te snuffelen. Leerlingen googlen hun docenten regelmatig. Grappig genoeg laten ze altijd de foto’s zien die ze opvissen uit mijn blog. Dus niet de verhalen, maar de foto’s.
Zo ook deze leerling. Totdat ze steeds dichterbij kwam, letterlijk, via haar zoektocht op de pc. Ondertussen kletsten we door, over de studie, de school, de lessen. Ze bekeek de boekenpagina op mijn website en concludeerde: “Maar mevrouw, u bent helemaal niet bekend.”
Dat beaamde ik. Wat was eigenlijk haar niet-gestelde vraag?
“Mevrouw…” Ze klikte door en door, en ik voelde dat ze bijna zo dichtbij was als onze werkelijke afstand op dat moment: ik bij mijn bureau, en zij twee tafels verderop achter de pc. Terwijl haar blik heel donker werd, mompelde ze: “Schuldsanering… mevrouw… wat is dit…?”
Ik begon mijn spullen op te ruimen.
“Mevrouw, u heeft een fout gemaakt… waarom heeft u…”
Ik voelde hoe het beeld van de-betrouwbare-juf in seconden verpulverd dreigde te worden. Dus vatte ik in steekwoorden heel snel samen; faillissement, taboe, hectische jaren, missie om via de pen (ik heb niks anders) herkenning en een druppie troost te brengen… en de wens dat anderen daarmee ook…
Ik verschoof mijn boeken en papieren.
Ze keek langs me heen. Op het snorren van de pc’s na, bleef het akelig stil in het lokaal.
Ik dacht aan mijn honderd andere leerlingen die me met één grijns konden fileren. Om maar te zwijgen van teamgenoten, die dit onderwerp kennen, maar een gesprek mijden – met een boog zo groot als regen.
Nog langer keek de studente uit het raam. Toen zei ze: “Mevrouw, deze dingen kunnen gebeuren. U ben echt anders, dan alle docenten. Dat u dit doet.”
Dat ik dit doe. Schaamte achteraf. Maar ooit sprak ik een schrijver bij wie het andersom werkte. Hij vertelde: “Ik moet me juist schamen om te schrijven. Dat vreselijke gevoel van gêne… dat heb ik nodig om zinnen te bouwen.”
Ja, een verschrikkelijk gevoel. Er is zó weinig om trots op te zijn. Om mij heen doen mensen zulke maatschappelijk belangrijke dingen, waar mens en dier echt mee geholpen zijn. Maar toch, voor mij nooit meer die plek op de muur, waar ik platgeslagen zat. Het zij zo. Trouwens, die studente vroeg later of ik haar mentor wil zijn voor de rest van de opleiding.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok