Mevrouw T. uit mijn Alfagroepje heeft al 22 jaar niet alleen buiten gelopen. Ze schrikt als ik zeg dat we naar het pleintje om de hoek gaan. “Eigenlijk mag niet,” zegt ze met pret in haar ogen, “is Ramadan.” Eenmaal buiten zegt ze als enige nog wel een uur te willen lopen. We eindigen in de speeltuin. We blazen de pluizen van de laatste paardebloemen. “P a a r d e b l o e m,” herhaalt een andere vrouw langzaam. Ze wil het onthouden voor haar jonge kinderen. De andere cursisten drentelen om de speeltoestellen. Mevrouw T. haast zich naar de schommel, gaat zitten en zwiert minutenlang door de lucht. “Hoe oud ben je eigenlijk,” vraag ik. Ze lacht en roept: “Marinet, ik 15, ik 15!”
Ramadan
ik kijk er van op dat je dit allemaal doet!
aardje naar je vader, best wel denk ik
en toch bij mijn broers is er niet 1 die kunstzinnig wat uitspattingen vertoont.
ben er wel gevoelig voor, maar het naar buiten brengen doe ik denk ik al met mijn persoontje als zodanig…
groetjes marco
Beste neef!
Het lijkt me knapper om met je persoon als zodanig uit te spatten dan met literaire kunstgrepen zoals ik doe. 🙂