Ooit hoop ik je te laten zien hoe de motregen boven het dijkje sluiert. Hoe de schapen zich buigen onder de loodgrijze hemel. Ooit; het woord maakt me zo verdrietig. Daarom luister ik nu naar het Dubbel-Vioolconcert van Bach. Als je dat hoort, ga je vermoeden dat de mensheid toch een bedoeling had. Dat dreigde ik vandaag te vergeten. Toen ik de brief van mijn moeder kreeg waarin staat ‘dat ik geen aanspraak meer kan maken op haar aandacht’. Toen ik bij de pomp een tête-à-tête had met De Stacaravan. Toen ik dat gesprek herkauwde op het dijkje, met de schapen. Toen ik mijn buurman hoorde zingen: I did it my way. Hij is gisteren van de trap gevallen.
Verder hoop ik dat het met Rambo en mij goed komt. Na vorige week twijfelde ik maar gisteren was Rambo my man. Hij knabbelde ter begroeting mijn trui kapot en reed vervolgens een keurige draf. Ik ook, volgens de instructrice. En Rambo nam de listig opgestelde paaltjeshindernis als een hinde. Ik ook, zei mijn begeleider. Als ik je dat kan laten zien. Ooit.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok