Ik wil naar Ikea. Nee, niet op Hemelvaartsdag, klinkt het naast me. Net als de dierentuin op zondag, zegt hij: een no go area. Na een wandeling door de zonnige, Hollandse polder – jonge hazen slaan haken in het gras, twee piepjonge scholeksters badderen in een slootje onder toeziend oog van vader en moeder, een groepje koeien rolt zich neer en geniet zichtbaar van de zon – wordt het een film in Lantaren-Venster: Lady Macbeth.
In de donkerblauwe, koele zaal zitten nog drie stelletjes. Er klinkt niets dan het zoemen van de airco. Het verhaal is heftig, intens en fataal. Na afloop slenteren we langs de kade, en vragen ons af waar de held van het verhaal de afloop gunstig had kunnen beïnvloeden. Ik memoreer mijn schrijfdocenten van vroeger: elk personage stevent altijd op zijn ondergang af, hoezeer hij ook probeert roem en fortuin te verwerven.
Net als in het echte leven dus, vat mijn vriendje samen. Tja, kennelijk vechten we allemaal tegen onze eigen windmolens en lopen we onze blinde vlek alsmaar mis. Het zijn dierbaren die ons erop kunnen wijzen, die bijsturen of inspireren tot nieuwe stappen.
We eten gado gado bij een tentje in de Fenix Loods. Twee watertaxi’s racen tegen elkaar over zilveren schuimkoppen. De nieuwe hoogbouw bij Hotel New York schittert tegen de blauwe hemel. De wond van Rotterdam lijkt eindelijk genezen, de stad geniet van zijn eigen charmes. Mooie, stoere, compromisloze stad.
Tot slot scheppen we een ijsje bij de Italiaan in Schiebroek. Thuisgekomen banjer ik door mijn enorme huis, van kamer naar kamer. Overal kan ik me nestelen – nergens kom ik het verleden tegen. Nu kan ik me heel lang afvragen tegen welke windmolens ik deze week ben opgebotst. Of ik kan – voor het eerst – mijn tuin gaan sproeien. Ik besluit tot het laatste. En schrijf een blog.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok