Ik opende het vakje met de blaadjes; klaprozenblaadjes. Als zijden waaiers lagen ze, netjes gedroogd, op de bodem. Ontelbare nerfjes en een inktzwarte kern. Zoals ik. Maar toen herinnerde ik me de woorden van Kaj, ’s middags, onder de nok van het vogelhuis, waar het broeierig was, als een sauna: ‘Er is niks zwart aan jou. Onthou dat goed. Zwart is uitsluitend het besef. Dat je – net als iedereen – tot jezelf veroordeeld bent.’ En ik denk dat hij me toen een kus gaf. Ik moest niezen, en de klaprozenblaadjes dwarrelden over de tafel. En toen draaide ik The Piano, want ik wilde het toch weer zien: de straf van Holly Hunter.

Mol en straf

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *