Haar kind werd dood geboren. En niemand wou het. Ik vermoedde al zoiets, zei de een. Snel weer zwanger worden, zei de ander. Ik zag het aan je buik, meldde iemand. Je had niet zoveel olijven moeten eten. Begraaf het maar snel, fluisterde een ander. Ze kroop in bed. Ze zette het doodgeboren kind in een mandje op het nachtkastje, keek er de hele dag naar en zei: ‘Je leek precies op mij.’
Miskraam