Na de boekpresentatie viel de stilte. En er gebeurde… niets. Dus ik ging naar de film. In het nieuwe Lantaren-Venster. De eerste was Beginners, over een jongeman die niet worstelt met zijn eigen homoseksualiteit, maar die van zijn oude vader. Die op zijn 75e uit de kast kwam en nog enkele jaren tekeerging als actievoerende nicht. De jongeman heeft zelf moeite met het aangaan van een relatie, en onderzoekt zijn emotionele geslotenheid, aan de hand van vader’s gesteldheid. Heel ontroerend en integer, en dankzij het kleine hondje Arthur bij vlagen heel komisch. De andere film, Midnight in Paris, gaat over een Woody Allen-achtige neurotische jongeman die tijdens een tripje in Parijs merkt dat hij liever in de jaren twintig zou leven. Zijn verloofde vindt het maar niks, en ook niet dat hij aan een roman werkt. En ook niet dat hij elke avond rond middernacht aan de wandel gaat door de steegjes van Parijs. Die verloofde is een typisch geval van ‘ik wil settlen’. En Gil Pender, de hoofdrol, die wil voornamelijk banjeren en dromen. ’s Nachts treft hij de groten der aarde in de rode barretjes en danshuizen; Ernest Hemingway, Pablo Picasso, Luis Bunuel, Scott & Zelda Fitzgerald, Dali, en vele anderen. Aan het eind van de film is zijn aanstaande huwelijk aan diggelen. En hij besluit in de wereldstad te gaan wonen, temidden van de nostalgie en melancholie… Tja, als je daarna over de kade van het Wilhelminaplein terugloopt naar de auto, tegen de Rotterdamse havenwind in, dan is dat een schril contrast. Rotterdam heeft amper echte schrijvers… ja, een paar treurige coryfeeën zoals Jules Deelder. En ook geen schattige, pittoreske steegjes. Wel veel moderne architectuur tussen kale pleinen. Als pleister op de oorlogswonde.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok