Wat ik thuis heb, als geen ander: de boekenkast. Onlangs ploos ik de boeken uit, en ook die hebben crisis, want sommige moest ik door de jaren heen verkopen. Aan de wereld. Toch, het boek sterft misschien een stille dood, boekwinkels en uitgevers gaan failliet, weggemaaid door Facebook-facade en Twitter-troep. Maar het boek is: jij en ik en verder niemand. We zijn anders, we zijn vreemd, we zijn soms verdwaald, we zoeken, we vinden niks en toch best veel: de boeken maken en breken. Boeken zijn het beste alternatief voor vliegtickets die waardeloos blijken, voor slechte werkroosters, voor treurige etalages met herfstmodetrends, boeken zijn goudeerlijk en eeuwig trouw en ontzettend zichzelf, altijd.
En toen schoof de postbode een dun boek over de mat. “Van bewindvoerder naar saniet.” Ja, mijn bewindvoerder leeft en leest wat af…
Je moet het durven. Het is geschreven door Esther Radstaak, een digitaal lotgenootje van me, we kennen elkaar een jaar of vijf, zes, en we troffen elkaar op een forum, en raakten aan de praat. Esther, met haar galgenhumor, kwam uit zo’n totaal ander verleden dan ik, het fascineerde me, ik bleef maar vragen naar alles wat ze had meegemaakt; in haar kindertijd een zware vorm van kanker bevochten, op het randje van de dood geleefd, zo ziek geweest, en vele jaren later, als volwassen vrouw alsnog gezond, maar verdwaald in haar lichaam. Ze volgde therapie, begon een zoektocht naar haar verleden, de pijnpunten als kankerpatiënt, de medische zorg in die tijd, hoe haar ouders met haar ziek-zijn omgingen. Regelmatig schrijft ze: “Als ik maar onzichtbaar was…” Een erg herkenbare, maar vreemde wens voor een kind, voor een jonge vrouw, vervreemd raken van je lijf, van gevoelens die bij je lichaam horen, alles leren uitschakelen, op een automatische piloot leven… overleven… en dan bij de juiste therapeut terechtkomen en op het spoor raken… Je moet het durven –
Ik las het verhaal snel, snel, met een bord bruine rijst op schoot. Misschien las ik het té snel. Want goed leven gaat langzaam, en kost tijd. Dat brengt Esther, al schrijvende, heel goed over. En ook al zijn onze geschiedenissen zo anders, onze reacties soms zo eender. Dit is waar het om draait:
“Ik moet me realiseren wat ik vind, wat ik voel, waaraan ik behoefte heb, wat ik wil en als ik dat allemaal heb vastgesteld, moet ik daarnaar handelen. En me dan ook nog realiseren wat mijn verantwoordelijkheden zijn en welke die van een ander. Ga er maar aan staan.” (p.83)
Mooi en kernachtig verwoord. Leven is balanceren op een koord, met jezelf en alle mensen om je heen, hier en daar – maar blijf vooral een beetje vreemd. Lieve Es, ik buig voor je.