Terwijl mijn leerlingen een hertentamen maken, kijk ik uit over de kermis. ’s Morgens verrichten de kermislui onderhoud; de Magic Mouse draait proef met een leeg karretje dat eenzaam over de baan tolt. Daarnaast torent het Reuzenrad reusachtig boven het havengebied uit. Maar ik kan nooit meer in een reuzenrad, want jaren geleden ontdekte ik, juist toen ik in de top bungelde, dat ik eruit wilde – en dat kon geen seconde wachten. Goede vriendin L. heeft me toen in een judogreep binnenboord gehouden met de woorden: “Dit heet hoogtevrees, je wilt niet echt naar beneden.” Tergend langzaam zweefden we terug naar de aarde, terwijl ik gilde dat ik doodging in deze hel. Ondertussen zwaaide L. naar de mensen op de grond, ten teken dat alles onder controle was. Dus liet de ticketjongen ons voor de aardigheid nog een rondje extra draaien. Toen hield ik mijn mond. En ik hoorde hoe stil het was, daarboven, heel stil, op het suizen van de Rotterdamse havenwind na.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok