Gisteren kreeg ik van de KNO-arts te horen dat mijn hoofd in orde is. De arts liet de MRI van mijn hersenen zien op de computer. Wow. Daar, dat is mijn amygdala. “Zelfs bij het kleinste dier is die amygdala hetzelfde,” knikte ze. “En al die hersenen eromheen… dat is hoe wij mensen ons ontwikkeld hebben.” Ze keek peinzend naar het scherm. “En je kunt je afvragen wat we daarmee zijn opgeschoten…” We lachten. Wat een intiem moment. Ze wees mijn evenwichtsorganen aan, die als garnalen aan beide zijden achter mijn binnenoor zweefden. Plotseling doken mijn knalwitte oogbollen op, met daarop de schijfjes waarmee ik de wereld bezie (very, very blue). De arts bleef de beelden maar draaien en kantelen. “Tja, een wonder,” besloot ze. “Maar wat betreft je doofheid; ik weet het niet meer. Er is namelijk niets aan de hand.”
Daar was ik even stil van. En daarna toog ik fluitend naar huis. Of misschien heb ik gezongen. Zingen vind ik zo fijn, dat ik er soms weer van moet huilen. Zulke dingen zie je niet aan je hersenen. Wat je op dat scherm ziet, is louter theorie. Een theorie over het leven, terwijl dat leven me zo ongrijpbaar intiem voorkomt. Thuis gekomen groette ik de steigerbouwers met hun halve-billen-broeken, die net pal voor mijn balkon een steiger hadden geplant voor de dakdekkers. Vanaf mijn balustrade loop ik nu in principe zo de steiger op. Een beter gevoel dan zonder… Sinds vanmorgen wordt de stellage eveneens gebruikt door het lokale vliegverkeer: duiven en merels landen, schrikken, en vliegen weer op. Maar er is nog meer ecologie rond het beton. Terwijl ik genoot van mijn sandwich met geitenkaas-sla-komkommer-mangochutney-boerenkaas zoemde een bij naar de balkondeur. Even later verdween ze weer. Na een paar minuten keerde ze terug. Ik ontdekte dat deze intelligente bij wegkruipt in een rond gaatje van de deurscharnier. Wat ze daar doet, is een raadsel. Misschien mag ik over een paar weken een hele korf aan dit huishouden toevoegen. Of misschien haalt ze houtgruis op, om te vervoeren naar een plek elders, verderop. Mijn zoontje zei dat we een probleem hebben als we nu de balkondeur afsluiten; hoe weten we of de bij nog in het houtwerk zit? Niet. En dat hoeft ook niet. Tot nu toe is het altijd goed afgelopen, met deze bij. Hoe minder we weten, hoe beter voor haar.

intieme hoofdzaken

Berichtnavigatie


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *