In het volgende nummer van Vizier staat weer een essay van me. Over de vraag in hoeverre je een fobie met je kind deelt. Of niet. Ik heb geen fobie. Maar ik had er jaren geleden wel één. Was niet erg leuk. Eigenlijk realiseerde ik me toen niet hoe stom het was; ik wist niet beter of die achterlijke angst hoorde bij mij, als een koe in het gras, en een paard bij de wolk. Nou. Dus zo is het niet. Een fobie beïnvloedt vanzelfsprekend je medebewoners, dus ook je kinderen, in negatieve zin. In het essay verdedig ik het standpunt dat mensen een fobie gebruiken als een masker, zoals Jim Carrey in de ontzettend vermakelijke film The Mask. Voor veel mensen is hun fobie hun redding, zou ik bijna zeggen. Een fobie geeft macht. Maar je zou kunnen zeggen dat we ons dagelijks allemaal in de wereld begeven met een masker.
“Hoi, hoe gaat-ie?”
“Prima, en met jou?”
“Ja, gaat lekker, hoor.”
Yeah, right…
Laat dit lammetje maar in de wei, met hoogstens een zonnebril. En wie het essay wil lezen, kan me mailen voor een digitaal exemplaar.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok