Na de housewarming oogt het huis anders. Het is door gasten uit alle windstreken aangeraakt. Ze hebben goedkeurend of misprijzend rondgekeken. Ik heb hier en daar een tipje van de sluier opgelicht.
‘Dit was de werkkamer van mijn vader.’
‘Hier hangt zijn laatste lino, van de dag voor zijn overlijden.’
‘Deze grote spiegel komt uit het huis van vroeger, dat andere huis vol geesten.’
Zo blijf ik altijd maar uitleggen. De draad van het verleden wordt steeds langer, ingewikkelder. Of raakt het touw juist steeds verder ontward, doordat ik mijn plek – eindelijk – heb ingenomen?
Ik heb zin om aan een machtig epos te beginnen. De hele geschiedenis op papier zetten, van het eerste huis tot nu, het huis van mijn vader, waar slechts een fauteuil en wat andere meubelstukken aan hem herinneren. Maar ook als ik een kast opendoe, dan kiert de geur van oude tabak me tegemoet. Of als ik beneden een tl-buis aanknipper, dan klinkt de tinkeling die onmiskenbaar bij een kunstenaarsatelier hoort.
Ik vraag me af welke toon bij dit epos het beste klinkt: een lief, zacht briesje dat alles omfloerst. Of een gure winterbui die alle narigheid wegspoelt. De komende tijd wil ik Het achtste leven lezen, om een idee te krijgen hoe ik het kan aanpakken met een verhaal dat meerdere generaties beslaat.
Enfin, de dag na de housewarming bezoek ik een oude vriend op zijn tuinfeestje. Hij gaat achter de microfoon staan en zingt iets zelfgemaakts, terwijl hij op een mandoline speelt; de kapper die het liefst muziek maakt. Als hij een regenmaker krijgt als kadootje, zegt hij blij: ‘Ik krijg allemaal hippie-dingen.’
Naast me zit Jaap, een gepensioneerd docent die historische biografieën leest en – als het kan – ook nog de figuren nareist. Zo is hij zes weken op Antarctica geweest, in de voetsporen van Ernest Shackleton, die in de vorige eeuw een expeditie vol ontberingen leidde rond de pool. Jaap is een man van tradities, wat ik begrijp; hij schrijft elke week een brief aan de hoogbejaarde moeder (96) van een goede vriendin, om haar te vertellen over het dagelijks leven. Zulke brieven zijn over 100 jaar een geweldig tijdsbeeld. Ook drinkt hij elke woensdagavond een glaasje port met een vriendengroep, om zijn overleden vrouw te herdenken. Ze stierf in 2003 en Jaap bleef altijd alleen: ‘De relatie met mijn vrouw was compleet en intens,’ zegt hij. ‘Daarna had ik er geen behoefte meer aan.’ Veertien jaar alleen is een lange tijd, maar hij heeft zoveel hobbies. Ik sta op en haal ons een bordje salade. Later haal ik er vers gebakken stokbrood bij. En ik kom steeds meer te weten over de rituelen van Jaap.
PS Wie kent de roman Het achtste leven? En…? De moeite waard?
Wat mooi, geur- en kleurrijk. Haast een beetje Proust. Meer dan alleen een koekje. Groener door de sla. Geurig door de vleug tabak en lino. Mooi, fris en vol van geluid van stemmen.
Echt even genoten.
Dankje,
Fleur
Dankje, Fleur
Lieve Marinet, sta me bij! 🙂 Als uitroep en als oprechte, eenvoudige vraag. 😉 Ik heb het dan toch opgenomen om het verhaal van mijn grootmoeder te schrijven, en van mijn overgrootmoeder, en die daarvoor, en die daarvoor…. Ik heb opzoekingswerk voor de boeg. Gelukkig helpt mijn papa, die al jaren stamboomonderzoek doet. Ik denk dat hij het stiekem heel erg leuk vindt dat ik iets doe met zijn onderzoeken en me ervoor interesseer….
Zoals wellicht jouw papa het stiekem leuk zal vinden als je hem schrijft, een boek van hem maakt. Ik wil het alvast lezen, zoals ik eigenlijk alles van je wil lezen…
Ik hoorde ooit eens waaien: schrijven is een eenzame bezigheid… maar is dat wel zo? Spreken we eens af?
Afspreken gaan we zeker… misschien wel weer eens in het klooster. Mooie plek om familielijnen op te diepen en aan een verhaal te werken.
PS Schrijven is toch wel een solitaire bezigheid, vind ik. In ieder geval moet je ongehoord en ongegêneerd in je gedachtenwereld kunnen ronddwalen, want daar komen de beelden vandaan… En alles heeft tijd nodig om te rijpen… ook dat gaat het beste in afzondering.
Hi Marinet, hoe mooi beschreven en de kunstenaar Jaap doet me erg aan mijn eigen vader denken, helaas was hij erg introvert behalve dat hij ook schreef en het snoepje van de maand per email naar kennissen stuurde, leuke annekdoten vertelde en hij ook verschillende uitgave in boekvorm heeft geschreven en gedrukt(handmatig). ga door met schrijven. groet bas
Ja, Bas, ik loop nog steeds langs zijn flat, en denk aan de keer dat ik koffie bij hem dronk. 🙂