Nu zijn alle kerstspullen opgeruimd. En mijn jongste zoon, hij keek de kamer rond, en hij zei dat het goed was. Dus alles werd weer normaal. Maar voor mijn buurman, van één portiek verderop, niet. Die eiste excuses, met een capuchon over zijn hoofd. Omdat ik hem had uitgescholden, onlangs, toen hij vóór oud en nieuw de straat vulde met nitraatbommen. Ik vloekte, vanaf het balkon. Met mijn gebruikelijke volume van straatkat. Dat pikte hij niet. Maar ik haat vuurwerk, zei ik, en ik heb het recht om te haten. Nou goed dan, we laten de zaak verder rusten. Even goede buren. Het is te hopen, want zijn blik heeft iets doelgerichts, wat me ongerust maakt. Goed, we gaan over tot de orde van de dag. Broodjes van gisteren nog eens besmeren. Batterijen voor de XBox vervangen. Heel veel vuile was wegwassen. Wennen aan de nieuwe bank, die ik met een vriendin in elkaar monteerde. Hij is gemaakt om op te hangen. Loungen. Een nieuw fenomeen. Ik ben van de generatie die vond dat een bank goed rechtop moest zitten. Denk aan je rug. Maar tegenwoordig. Je hangt erop. Als een uitgegooid kledingstuk. Zo tik je de uren weg. Tot het volgende tvprogramma. De volgende dag. Ik lees nu Villa des Roses, van Willem Elsschot, in lounge-positie. Mijn oudste zoon hangt verveeld boven zijn laptop. Als ik vraag wat er scheelt, antwoordt hij: ‘Geen planning.’ En hij zapt langs de zenders. Plus de laptop. Dus ik snijd blokjes kaas. We peuzelen wat. En ik besluit zijn planning te laten voor wat het is.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok