Vanavond ga ik naar een optreden van Eric Vloeimans, internationaal geroemde trompettist. Maar eerst de dag, de lange dag, die al begint om 05 uur, met sterke koffie, een hondeloop langs dauw en pluizige eendjes. De vaste route naar het werk per autootje. Koffie halen op de vierde, laptop opstarten, kopieën voor de les ophalen, het lokaal openen. De routineuze dingen die we met poëzie bezingen. Rond half 4 volgt de zoet-en-zout-dip. Ik geeuw me erdoor en kom thuis, waar een pluk kinderen hun schoolweek wegchillt. We verkassen naar het zonnige pleintje. Oudste zoon begint met een tennisbal over te gooien met zijn vriend. Ze werpen loeihoge ballen, die als vogels over ons hoofd scheren. Sssssssh…
Nog is de dag niet op, hoewel ik omval van de slaap. Ik kook een fornuis vol aardappels, worteltjes, saucijsjes. Jus met tomaat. IJsbergsla met komkommer. Binnen luttele minuten zijn de pannen schoon. Daarna wil ik op de bank instorten en tot ver voorbij het journaal slapen. Maar ik neem een douche, ik kleed me om, en spring op de fiets naar Noord, waar ik de manifestatie Route du Nord bezoek; vriendinnetje Astrid van Rijn exposeert daar enkele van haar tekeningen. Ik tref haar in een bijenkorf van kunstenaars, met rode konen en koorts.
Weer haast de dag zich voort, zoals ik Rotterdam al jaren ken: opschieten, tempo, sneller, meer, haast, werken, optreden, ondernemen, doen, voor het donker, voor de avondklok, hup, snel, tempo.
Een paar honderd meter verder is jazzcafé Bird. Daar moet ik zijn; Eric Vloeimans, inmiddels wereldberoemd, maar Rotterdammers spelen gewoon in hun achtertuin, voor honderd man. Vanavond met zijn band Gatecrash. Wat een geluk om naar muzikanten te kijken, met hun eigen mimiek en bewegingen. Eric Vloeimans voegt daaraan toe: de afgedwongen stilte. “Muziek is zo veel mooier als het stil is,” legt hij uit. “Dus graag mensen: sssssssssssh.” En hij scheert met zijn hand boven de hoofden. Als een vogel. Het geroezemoes verstomt, hij vraagt erom, bij elk nummer. Hij speelt, of sluit zijn ogen en luistert naar toetsenist Jeroen van Vliet, glimlacht, droomt weg, geeft zich over, geniet, lacht. Geweldig. En ik sta te tollen van vermoeidheid, als een overjarige, overwerkte, tobbende moeke; het uitgaansleven ontwend, en hier valt de drukte van de stad bovenop me. Maar oh, wat een weergaloze muziek. Zomaar in een cafeetje op vrijdagavond. Ssssssssh…..