De herfst zet door en het wordt nu echt kouder. Ik kijk mijn tuintje rond en ben blij dat alle planten er zo goed bij staan. De tuin bestaat in deze vorm pas sinds april: amper een half jaar. En wat zag ik veel gasten passeren deze zomer. Ik heb een tijdje een logboek bijgehouden met waarnemingen. Maar zoals het gaat met alles: de klad kwam erin, alles went, ook bijzondere tuinbezoekers. Een greep uit de bewoners: diverse soorten mezen, vooral koolmezen en pimpelmezen. Vink, roodborst, lijster, merel, mus, bonte specht, ekster, duiven, kauwen, groene papegaaien, vleermuizen, een veldmuis, kikkers, libellen, hommels en bijen, spinnen, lieveheersbeestjes, torretjes, niet te vergeten de egels, een buurtkat, een mol, en… sinds kort hebben we bezoek van een bruine rat.
Weet je het zeker, was het geen grote muis, vroeg mijn echtgenoot heel terloops.
De volgende dag, toen de rat weer verscheen, riep ik hem erbij: Nou, is dat een muis?
Nu valt regelmatig de vraag: Is Ben nog langs geweest?
Ja, Ben komt elke dag buurten. Op haar dooie gemak schuifelt ze de tuin door, pauzeert bij de voederplaats voor de vogels, neemt een paar hapjes en verdwijnt schielijk weer onder de tafel. Ik was er de eerste keer ook beduusd van, te meer omdat ik doodgewoon in het zonnetje zat en mevrouw plotseling in mijn ooghoek ontwaarde. Ik dacht even aan een eekhoorn: wishful thinking.
Daarna begon het gepieker: als ik de vogels wil blijven voeren, dan moet ik een oplossing bedenken, want het voer trekt allerlei soorten gasten aan. En net nu ik dacht van de hondsbrutale kauwen verlost te zijn, begint het volgende: een rat die meegeniet van de zaden. En waarom vinden we ratten vies, maar allerlei soorten vogels of kikkers niet? Wat maakt dat we het ene dier toejuichen, en het andere willen vangen in een val, zoals bijvoorbeeld wespen. Of de honderden naaktslakken die ik met bier naar een schaaltje lokte en liet verzuipen.
Ik moet toegeven dat ook ik dit piepkleine stukje wildlife uit eigenbelang kweek. Want het zal de natuur een zorg zijn wie of wat er groeit en mee-eet. Maar wij, wij willen aangename schattige tafereeltjes. Roodborstjes parmantig op de rand van het vijvertje. Egels die schoorvoetend van kattenbrokjes knabbelen. Staartmeesjes die tjirrend rond de boomtoppen dartelen. En Ben de Rat? Die vinden we ontroerend in een liedje van de jonge Michael Jackson. Of als listige vriend in talloze prentenboeken. Meneer de Rat. Kleine Rat. Verlegen Rat. Slimme Rat.
Onlangs zag ik onze Ben aan het pindanetje bij de voederplek bungelen; tanden erin en sjorren, in de hoop dat ze de lading pinda’s los zou krijgen. Slimme tante. Ik heb toch maar even de Afdeling Ongediertebestrijding van de Gemeente gebeld: ze komen langs met een val. Geen gif, dat mag vanwege het milieu niet meer. Een diervriendelijke val.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Ach gossie…….zou het wellicht diervriendelijker zijn om een tijdlang helemaal geen voer in je tuintje te parkeren? Op dit moment kunnen de dieren nog gewoon in de natuursuper hun voeding vinden. Daardoor hoeft rat Ben haar einde niet te vinden in een ” diervriendelijke rattenval” en gaat ze weer shoppen in de natuursuper in plaats van in het ” tuinrestaurant”.
en je hebt een zieltje laten leven….
liefs Marina
We doen ons best om het vogelvoer zo aan te bieden dat het alleen bereikbaar is voor de hele kleintjes: winterkoninkje, roodborstje, meesjes. En ik hoop toch echt dat ik Ben geen gezin sticht in mijn tuin, want ze kunnen 100 jonge zieltjes per jaar scheppen 😉
Wat een dilemma hè … minuscuul op wereldniveau, maar in een tuin van ongeveer 50 m2 toch echt iets om over na te denken … en te voelen …