Jaren geleden hoorde ik van een kennis de term egelhotel. Ik was meteen verkocht. Je ziet het toch voor je: een familie kleine, stekelige schatjes, die rondzwerven en dan in een houten huisje in jouw tuin asiel vinden? Maar toen had ik amper een balkon. Om dit te compenseren bezocht ik met mijn zoon een egelopvang in IJsselmonde, en ik blogde over het bijzondere extra zintuig van de egel.
Inmiddels is de vogeltuin een feit; onder andere een gezin pimpelmezen heeft het naar de zin in onze nestkast. De tuin wordt trouwens ernstig bewaakt door een ekster die kauwen aanvalt. Blijkbaar is dit zijn domein geworden. En dat hangt toch weer samen met het egelhotel. Een paar weken geleden vond ik een egelhuisje op internet. Ik wilde het proberen, en wie weet zou er ooit een verdwaalde egel landen. Vorig jaar had ik wel geritsel in de haag gehoord…
Ik las over geschikt voer, en de juiste manier van plaatsing van het egelhuisje. En denk erom, geen melk voeren – iedereen roept het. Het was een kwestie van vertrouwen: ik moest de iglo een plekje geven en afwachten. Egels zijn namelijk verschrikkelijk schuw – geen wonder als je soortgenoten almaar worden verpletterd langs de snelwegen – dus ik mocht het in geen geval meer optillen. Zo zou je ook niet weten of het verblijf bewoond was… Ik zorgde dan maar voor de geschikte plek: achterin, bij de takkenbak. Er kwam een berg vers stro en een bakje egelbrokjes.
En daar verscheen die ekster in beeld; binnen enkele uren begreep hij dat er een nieuwe voedselbron in de buurt was. Ik hoopte dat een zwervende egel ’s nachts het voer zou vinden… maar voor die tijd waren de brokjes één voor één weggesnaaid door de ekster, die met sluipende sprongen de takkenbak naderde… en behoedzaam het ene na het andere brokje in zijn bek meenam – ongetwijfeld naar zijn nest.
Sindsdien houdt de ekster de wacht. Ook de zaadjes op de voedertafel voor de mezen vindt hij interessant, en vooral wanneer er kauwen neerstrijken. Vanaf het allerhoogste dak vliegt hij aan, en stort zich met lawaai op deze bandieten van de groene buurt. Met wisselend succes: de kauwen bezoeken onze tuin in groepjes en zijn superslimme gasten. Maar ja, ik had nog lang geen egelgasten in het hotel. Om de ecologie van ons wildernisje compleet te maken, wilde ik de natuur dan maar een handje helpen. Ik nam contact op met Egelopvang Papendrecht, een lokale afdeling van de Dierenbescherming.

…wordt vervolgd…

Egelhotel met ekster

Berichtnavigatie


5 gedachten over “Egelhotel met ekster

  1. Ik zet het egelvoer later buiten.zo dat de vogels het niet op kunnen eten. Die vliegen niet graag in het schemer en de egel gaat dan op stap. Bijna iedere avond komt ie even buurten , eet wat van het havermout , rozijnen en meelwormen en gaat dan weer verder opzoek naar wat vlees. Een naaktslak of zo. Bakje met water staat er ook altijd klaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *