Een van de moeilijkste dingen om later te worden, leek mij als kind: dichter. Wat voor ondankbaar beroep was dat. Niemand die je zag of begreep. Eigenaardige mensen ook, starend naar het zolderraam. Wachten op geluk dat nooit kwam. Een geliefde die altijd ver was. En zinnen meanderend als bergstroompjes waarin woorden over elkaar buitelden als vreemde vissen.
Praktisch was het ook niet; als dichter ben je afhankelijk van subsidies die men je moet gunnen, en meestal verdien je niks. Wat gratis komt, is kritiek en eenzaamheid, en vervolgens een stoffig bestaan als leraar. Nee, dat leek me allemaal niks! Dus ik werd heel veel andere dingen. En sta inderdaad ook voor de klas. Dat is in Rotterdam-Zuid geen eenvoudige opdracht.
Afgezien van alle bagage die leerlingen meebrengen naar het lokaal, lezen ze tegenwoordig niet verder dan de chats op hun telefoon. Hun meest vertrouwde woordenschat is de taal van smileys. En ze vrolijken zichzelf niet op met een verhaal, maar met Red Bull, waardoor ze als sprinkhanen door je lokaal razen.
Maar ik geloof nog steeds in vertelkunst, en in de allerdiepste gedachten. Dus ik gaf mezelf een abonnement op Dichter, een nieuw poëzietijdschrift van Plint. Plint geeft gedichten uit op posters, kussenslopen en nog veel meer. Het is zo’n leuke uitgeverij! Ik heb ook een glazen drinkfles van Plint met daarop de beroemde zin van K. Schippers: Als je goed om je heen kijkt, zie je dat alles gekleurd is.
Het nieuwe magazine Dichter is een prachtig vormgegeven schrift met poëzie voor kinderen van 6 tot 106. Een tijdschrift dat ik kan gebruiken in mijn lessen. Maar stiekem bewaar ik het liever onder mijn kussen, om te lezen bij een snorrend nachtlampje, terwijl nachtvlinders rond mijn klamboe fladderen. Ik luister naar de stilte van mijn huis. De nacht is een geheimzinnige deken. En in die Dichter zoek ik naar vreemde vissen – in een stroom van heimwee en verlangen.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Wat een prachtig poëtisch stukje Marinet, petje af! Hoe je heel dichtbij brengt juist datgene waar je vroeger met ontzag in een grote boog omheen liep….en dat snorrend nachtlampje….dat wil ik ook;)
Dankjewel!
Ik had er als kind geen idee van dat je dichter kon worden… Ik had er als kind geen benul van wat je allemaal kon worden. Daarom ben ik dat dat maar geworden: geen benul… (gelukkige niet een onbenul! 😉 )maar liever nog zou ik dichter willen zijn, dichter bij mensen die ik graag zie… misschien is dat nog het mooiste dat je kan worden in je leven? Dank voor de tip van het tijdschrift, klinkt als iets voor mijn hoofdkussen! 😉
Zeker doen, Vanessa, past heel goed bij jou!
Jaja … zo’n blog doet mijn eigen blogjes in een ander perspectief staan. Gelukkig weet ik inmiddels dat mijn blogjes mijn taal zijn. Niet minder, beter of wat dan ook. Tegelijkertijd laat ik mij graag door jouw schrijfkunst inspireren. Zo kunnen we van elkaar leren en dat doe ik graag. ‘Samen’ zoals de natuur het bestemd heeft. Niemand leeft alleen voor zichzelf en niemand sterft alleen voor zichzelf ….
Jouw reacties zijn voor mij altijd weer inspirerend, John. Thanks.
Zo mooi Marinet!!!!!