Precies een jaar geleden werd ik door de rechtbank toegelaten tot de WSNP. Daar ging een voorbereidend traject van een half jaar aan vooraf, dus het lijkt veel langer. Maar de geschiedenis houdt van kale feiten, dus bij deze: het eerste jaar zit erop. Wat betekent dat concreet?
Er zijn nog 24 maanden te gaan, over enkele weken krijg ik een evaluatie van de rechter-commissaris, plus een herberekening van het VTLB; mijn leefgeld na aftrek van de vaste lasten en de boedelafdracht. Vervolgens vervalt in maart de postblokkade, het meest geheimzinnige onderdeel van de schuldsanering, tevens een aspect waarvan velen zich afvragen: “Is het nog van deze tijd?” Want welk nut heeft het dat mijn set nieuwe contactlenzen drie weken op het bureau van de bewindvoerder ligt? Hoeveel baat heb ik erbij dat zakelijke post met een fikse vertraging arriveert, waardoor een betalingstermijn alsnog dreigt te verlopen of een gemaakte afspraak bijkans gemist wordt. Nu ja, een kniesoor die daar op let.
Liever blik ik terug op de rijkdom van het afgelopen jaar. Het is ongelofelijk wat een frisse wind er door mijn leven waait, sinds ik besloot te bloggen over dit traject. Dat leek me toepasselijk in het tijdsbeeld, immers alle mogelijke ziekten en huiselijk leed gaan als zoete broodjes over de tijdlijnen van Facebook. Dus waarom zou ik niet heel gewoon, ja… vertellen wat ik meemaak in de schuldsanering?
Dat ontlokte diverse reacties. Van huis uit kreeg ik de opdracht om over dit soort zaken te zwijgen, want ‘eigen schuld, dikke bult’. In mijn familie viel dan ook een oorverdovende stilte die nog altijd voortduurt, verder rende een enkele vriendin in paniek weg. Zeer begrijpelijk overigens, ik zou vroeger misschien net zo gereageerd hebben.
Maar aan de andere kant… kwamen er steunbetuigingen. Aardige post. Steeds meer. Een ervaren verslaggever bij Radio Rijnmond die het onderwerp serieus oppikte. De gêne viel weg. De schande bleek zeer betrekkelijk; iedereen heeft weleens krap gezeten, velen hebben ooit een zwarte periode gekend met werkeloosheid of een wurghypotheek.
En sindsdien… is er een constante stroom van aandacht, steun, hulp, liefde en praktische oplossingen naar me onderweg. Elke dag word ik verrast. Elke dag kleine wonderen, en ik weet niet hoe ik mensen kan bedanken. Dat hoeft niet, zeggen ze, neem het maar gewoon aan.
En ik zie wel dat mensen geen zin meer hebben in taart, want iedereen is gestopt met suiker eten. Maar wat ik nu voorlopig doe: in het colofon van mijn nieuwe manuscript staat een lijst van namen. Namen van mensen die me – soms geheel onverwacht – hebben geholpen. Met een ditje of datje. Met kleine en met zeer grote gebaren. Met gastvrijheid, toen ik voor dichte deuren stond. Met een belofte, toen ik met mijn handen in het haar zat. Die namenlijst groeit, en zodra het manuscript een boek wordt, krijgen de mensen die me zo ontzettend lief helpen hun eerste exemplaar. Ik ben bezig met diverse subsidie-aanvragen voor het manuscript over de schuldsanering. Dus dat feestje komt er beslist. En ik zal – voor zover mogelijk – blijven schrijven. Dat is wat ik doe, en kan blijven doen. Gratis geluk: mijn geknutsel met taal. Ik overleef door boomhutten te bouwen, huisjes van woorden en zinnen. Een tijdelijk onderkomen, niet onaardig, in de hoop dat u hier wilt schuilen.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
AAAAAH! Ik wil wel taart! 🙂
Nee, helaas, je zit voorlopig vast aan soep. :-p
Wat fijn dat je blijft schrijven en wat bijzonder dat in slechts tijden toch frisse winden waaien kunnen.
Heel fris! :-))