Het is de dag van de kroning van Willem-Alexander. Het is 30 april 2013 en Beatrix tekent de verklaring van abdicatie. Op tv zie ik hoe Amsterdam wappert van de vlaggen met een logo: W en M. Ook voornamen zijn nu marketing. Maar wat een zonnige, Hollandse dag, die ik grotendeels doorbreng in de polder. Dit is de polder en hier kom ik vandaan. Hier is alles goed, ook als het dat niet is. Ik drink koffie bij de gastheer, in zijn tuin die uitkijkt over rustend akkerland. De voren zijn diep, de plannen groot, de boer wuift ver. Later, wanneer de zon feller schijnt, wandelen we door glimmend, jong gras, waarin moedereenden zich schuilhouden op hun verborgen nesten. De wind is licht en luchtig, als onze stemming. De gastheer laat mij de omgeving van zijn dorp zien. Wij wandelen de woorden uit onze mond. Mijn hondje laat overal geurvlaggen achter, en ook ik moet plassen in het wild. De gastheer belooft niet te zullen kijken, en ik vraag me af of ik dat wil. Inmiddels heeft Willem-Alexander de eed al afgelegd, en Maxima straalt naast hem in jurken van kant en brokaat en zijde. Ik volg de samenvatting voor een tv, geparkeerd tussen het verzameld werk van Freud, Nietzsche en Schopenhauer, naast nog wat theologische beschouwingen; dat lijkt me geen verkeerd gezelschap. Tijdens de rondvaart van de nieuwe koning – hoe anders klinkt dit dan Beatrix – krijg ik drie gangen vegetarisch geluk: een koninginnesoepje van linzen-wortel-sinaasappelsap, een Italiaanse salade en knapperige pizza van volkorendeeg, artisjokharten, champignons, plus een dosis gezond verstand, die smaakt naar meer.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok