Aan de voorkant zijn wij anders dan aan de achterkant. Buiten is niet binnen. Podium is niet kleedkamer. Zoals families hun vuile was niet buiten hangen (of deze zelfs niet in een sopje zetten), zo wil een circus een beleving geven: “Dames en heren, hooggeëerd publiek, wij laten u twee uur lang uw zorgen en problemen vergeten…” zei de directeur vanavond in zijn circus. Er kleeft een randje aan. Het is een vlooientheater waarvan je niet wilt weten wat voor parasieten er in de gordijnplooien huizen. Circus, dat is iets met woonwagens, neergestreken op een braakliggend landje buiten de stad. Verboden terrein, voor even. Plukjes kinderen dwarrelen tussen de caravans. Het toilet kan niet op slot, en kost ook weer geld. Ademhalen kost binnenkort geld. Enfin, het circus laat ons deze problemen voor twee uur vergeten. Een beetje… want de tribunes zijn griezelig leeg… en dat is ook weer zo’n ranzig tintje aan de avond… De voorkant toont wat we van de achterkant willen verbergen. Crisis. In de pauze spoeden wij ons naar achteren. ‘Om de dieren te bekijken,’ zeg ik tegen mijn zoon. Daar staan ze. Anderhalve olifant, vier koeien, drie tijgers, plus een nerveuze hond. De olifant schraapt met haar slurf over het zand. Olifanten schijnen een excellent geheugen te hebben. En supergevoelig te zijn. Daar denk ik aan, als ik naar deze olifant kijk, die in de rook van de caravanbewoners staat te piekeren. Oh ja, ze wordt prima verzorgd. Maar toch, dit is achterkant. Dit is de vieze reet van het circus, die wij liever niet zien, zoals wij ook de billen van onze familie niet op de foto zetten, maar altijd weer weet ik die ranzigheid in no time te vinden, alsof ik erop getraind ben. Ik stap nog net niet in de drek. Wat laten wij zien aan de buitenkant, de buitenwereld, de buitenmens, het buitendier. En hoe zit het ondertussen met onze binnenwereld, de binnendieren… Er kleeft treurnis aan, alsof de artiesten niet onze problemen maar veeleer die van zichzelf willen vergeten; de dakloosheid, het rondzwervende bestaan, de armoede, de mislukte romantiek. Ook hier, waar na afloop een ritje op die lieve olifant een tientje blijkt te kosten. “En als dat u niet bevalt, gaat u maar naar elders, mevrouw.” In mij gromt iets… maar ik glimlach en bedank: voor de mooie attracties.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Wat is mooi, en wat is hard. Wat moet verborgen, om het mooi te houden, en wat verzacht?…
tja… ‘eeuwige’ themas…