Op de agenda van de studiemiddag staat het thema sociale veiligheid. Want uit een enquête bleek dat niet iedereen zich zo heel erg lekker voelt. Wablief? Devies uit het management-handboek: maak zaken bespreekbaar. Nou, zelden werd er tijdens een vergadering zo in tabellen gesnuffeld, en met paperassen gefrutseld. Niemand wil iets zeggen. Zo zit dat.
Wat is veiligheid, en hoeveel kilo weegt het, vroeg ik me ooit af. Ik kom uit een provinciestadje waar we opgroeiden met scheldwoorden en schuttingtaal onder een deken van dikke wietpluimen; onze veiligheid bestond uit stoplichten en uitroeptekens. In leerboeken van talentvolle psychologen kwam het misschien aan de orde, maar niet in ons Hollandse huishouden. Wij kregen kortsluiting kado. Vingers tussen de deur, ammoniakflessen voor het grijpen, vechtpartijtjes, maar ook: theeglazen aan gruzelementen, walmende stopcontacten, een ontploffende motorkap, opstuivende kippen, levend begraven katjes, een valse hond, en dit alles onder regie van twee ouders die zelf dringend op zoek waren.
In mijn huidige studieboeken staat dat veiligheid te maken heeft met waardering. Onvoorwaardelijke acceptatie. De Rogeriaanse aanpak. Sommige hulpverleners scharen onder veiligheid het begrip meta-communicatie. Dat je tijdens het gesprek praat over het gesprek: “Wat fijn dat we zo open kunnen zijn, hè?”
Bij mij werkt dat op mijn zenuwen; fijne gesprekken… met een overdosis uitgesproken waardering… zijn vaak een voorbode van slechte tijding. En ik moest opeens denken aan een show van Wim Helsen: Bij mij zijt ge veilig. Humor als wapen naar vernieuwing. Maar niet tijdens deze vergadering. En ook geen gesprek, trouwens. Veiligheid: dat vinden we voorlopig nog altijd doodeng.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok