Het was een illusie om te denken dat mijn wereld nu veranderen zou. Oh zeker, ik piekerde daarover, en ik besloot dat ik er beter aan had gedaan om de verhalen in het nieuwe boek toegedekt te laten. Toegedekt en opgesloten in mijn donker hart, waar ze niemand konden kwellen. Behalve mij. De afgelopen dagen landde ik op stenen en beton. Alles werd weer lelijk. Waarom kleden zoveel mensen zich in grijs en zwart. God allemachtig, wat vind ik het moeilijk om wakker te worden in het land van Rutte en Wilders. Liefst zou ik nog wat in de nevel rondlopen, banjerend van compliment naar compliment. Maar ja. We moeten door. We moeten. Door. Er zit niets anders op. En toen opeens. Zag ik op een dode boomtak, bij mijn keukenraam, een Grote bonte specht. Een flinke vogel, knalrood met wit en zwart, en met een brutale houding om zich heen tikkend, in het hout. Een horde piepkleine meesjes wachtte op de andere takken af: wat ging dit heerschap met hun boom doen? Niets. En ik keek, minutenlang, verbaasd, dat zo’n kleurrijk vogeltje uit deze stoffige, verrotte, oude aarde voortkomt. Daarna bakte ik pannekoeken, voor Romeo en mij. Hoewel hij liever pizza salami at. Ook goed, lief kind. Toch bakte ik een schaal vol pannekoeken. Ondertussen uit het raam loerend naar de specht. Ik draaide ook een cd, zojuist ontvangen uit een cdbox van de NRC. Jazzlegendes… nog wat… een slogan… Van Miles Davis tot Norah Jones. Wat kan zij zingen. Wat fijn dat er zoveel schoonheid is, in alle treurnis. En wat een goudgekleurde herfstdag. Romeo kauwde zijn pizza en vroeg: “Ik heb de specht gezien. En gefilmd. Mag ik dan nu op mijn Xbox?” Ja, dat mocht. Al die schoonheid, die wonderlijke kleuren, en die fantastische muzikanten. Ik zou er verliefd van worden.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Wat één felgekleurd herfstblad, één knalrode glazen knikker, één bonte specht op een tak al niet kan doen met je gevoel en je emoties. Het zit allemaal in de lucht en daarbuiten lijkt het wel. En wij maar denken dat we controle hebben over de dingen ;).