Sinds enkele dagen besta je uit herinneringen. We praten over je, piekeren, treuren, en lachen. Ik heb niets gezegd tijdens je uitvaart. Alles wat ik kwijt wilde, staat in verhalen of in mijn hart.
‘Sterven is de intiemste gebeurtenis in ons leven,’ schreef ik in dit blog in 2007, ‘dat mag je helemaal zelf doen.’ Om die reden bleef ik zaterdag boven, toen ik vermoedde dat in het huis schuin onder me het enorme, ondenkbare, en onherroepelijke plaatsvond. Ik rommelde in mijn keuken en plotseling klonk je stem in mijn geest; slechts één zin sprak je, waarna je beeld vervaagde. Je laatste woorden, in mijn gedachten, brachten vrijwel direct rust.
In ruil besloot ik iets mee te geven in je graf. Ik kreeg een ring van jou, in mijn puberteit, na het overlijden van Fenneke, die hem eerst droeg. De verhalen waren vaag: ring meegekomen uit Mexico, iets met geesten, geneeskrachtig tijgeroog, handgemaakt, beschermengeltjes, of juist het boze oog? Ik giste naar de waarheid. Gedurende enkele jaren – ik was adolescent – droeg ik de ring, maar het voelde niet altijd lekker. Een vriendje zei: ‘Dat ding moet af, hij heeft teveel macht over je.’
Dat leek me onzin, en uiteraard werd het niks met dat vriendje, maar toch stopte ik de ring weg. Jaren later droeg ik ‘m een tijdlang in mijn huwelijk. En weer borg ik hem op. Bij verhuizingen ging de ring mee in het doosje, maar ten slotte heb ik ‘m vergeten.
Vandaag pakte ik het doosje uit mijn sieradenkastje, bond het stevig dicht met touw, en nam het mee naar de begrafenis. Na de plechtigheid liepen we achter de kist aan naar jouw rustplaats. Tijdens het afscheid heb ik het doosje op je kist gezet. Al snel verdween het onder een zonnebloemenzee.
Lieve Otto, ik heb je ring teruggegeven, als symbool van een onuitsprekelijke kracht tussen ons. Opdat de drie engeltjes jou mogen beschermen, waarheen je nu gaat – want ik red me wel.
Marinet Haitsma
taaldier, juf, macrobio-kok
Lieve Marinet,
Mooi geschreven, wens je heel veel sterkte de komende tijd..
Lieve groetjes Jolan.
Toevallig kwam ik Otto’s naam tegen en gingen mijn gedachten 65 jaar terug , onder anderen naar het huis naast de Roasebosk bij Joure, Otto afstappend van zijn fiets om een praatje te maken, en een zwijgzame moeder Haitsma die stilaan al haar avontuurlijke zoons de wijdse wereld in zag gaan.
Pas veel later ontdek je ware toestanden die zijn familie moest ondergaan, vooral de ruwheden van de Tweede Wereldoorlog.
Otto was zijn tijd vooruit en wij begrepen als jongens daardoor zijn oraties niet. In het nuchtere Joure was geen begrip voor artistiek gewoel in je ziel. Kunst was iets dat je moest bezoeken in een museum. Daar hingen de producten van meesters ‘die het konden’. Van een zeer persoonlijk intens groeiproces hadden we geen weet.
Daarom vind ik het fijn dat ik pas nu nog Otto’s interview op YouTube toch nog mocht beleven.
Het ga u goed!
Vriendelijke groet van Ian Dykstra
Burlington ON CANADA
Ik ben op de Scheen in Joure opgegroeid. De Roasebosk was ons geliefd speelterrein. Ik kende sommige Haitsmas maar Otto was echt een joviale jongen en onderhield zich wel met ons. Met mijn Kweekschool diploma op zak ben ik in 1967 naar Canada geëmigreerd.
Beste Ian,
Dank voor uw reactie. Wat mooi om deze anekdotes te horen die weer een ander licht werpen op de kleurrijke persoon Otto Haitsma.
Hartelijke groet, Marinet